Het “plus” en “min” spel

Doel van het spel:
1ste leerjaar:
De kinderen kunnen de bewerkingen tot 10, zowel met als zonder brug, correct en op een vlotte manier oplossen.

2de leerjaar:
De kinderen kunnen de bewerkingen tot 20, zowel met als zonder brug, correct en op een vlotte manier oplossen.

Subdoel:
De kinderen krijgen inzicht in ruimtelijke ori?ntatie.


Hoe maak je het spel?
Spel:
Print de bladen uit.
Knip de kaarten uit langs de kant.
Plooi de kaarten in het midden.
De kaart kan je tussen 2 kinderen zetten zodat ze elkaars oplossingen niet kunnen lezen.

Zeshoeken:
Print de zeshoeken uit. Kleef ze tegen elkaar en knip ze uit. De zeshoeken zijn elkaars spiegelbeelden, zorg ervoor dat dezelfde lijn op de achterkant van de zeshoek overeenkomt met de voorkant.) Het is de bedoeling dat langs ??n kant de zeshoek blauw is en langs de andere kant groen. Het aantal zeshoeken dat de kinderen krijgen, is het aantal oefeningen dat ze moeten maken. Of je kunt ze ??n kaart laten maken.
Elke kaart heeft een andere moeilijkheidsgraad. Er staat een titel op om dit te verduidelijken.

Differentiatie
Je hebt de keuze over de soort oefeningen:
– ? + ? tot 10
– ? ? ? tot 10
– ?+ en ?? tot 10
– ? + ? tot 20
– ? ? ? tot 20
– ?+ en ?? tot 20

Andere mogelijkheden
– kaarten ?zonder brug? en ?met brug? tot 10/ ? 20/- 100/ ?
– de maal en deeltafels

Download het spel:

+- tot 20
zeshoeken groen
zeshoeken blauw
Fiche
Fiche met foto’s
Leeg + en – spel

Dit zal jij ook leuk vinden...